Op 1 december speelde Quinnipiac de laatste wedstrijd van 2019. Na vier weken was het voor de Bobcats eindelijk weer tijd om het ijs op het te gaan. Ook Guus van Nes bond de schaatsen weer onder en maakte een goede indruk in de eerste wedstrijd van de dubbel tegen Princeton Tigers. Ondanks dat ontbrak hij de tweede ontmoeting. Bieke van Nes doet het met haar team ondertussen prima in Canada.
Princeton – Quinnipiac 1-3
In de zeer fraaie Hobey Baker Rink in Princeton, New Jersey troffen de Tigers en de Bobcats elkaar voor de eerste van twee ontmoetingen afgelopen weekend. Het ijshockeystadion van Princeton University stamt uit 1922 en is het stadion in de NCAA waar de thuisploeg het langst zijn wedstrijden in speelt. Het stadion van Northeastern University is nog ouder (1909) maar de Huskies spelen er pas vanaf 1930 hun wedstrijden.
Tekst gaat door onder de foto

De Bobcats waren misschien wel onder de indruk van het gebouw, maar aan hun spel deed dat niets af. Quinnipiac begon fel aan de eerste periode en zette de thuisploeg onder druk. In de achtste minuut wist Jayden Lee de puck feilloos vanaf de blauwe lijn binnen te schieten voor de 0-1. Met nog net geen tien minuten gespeeld bracht Odeen Tufto de stand op 0-2. Van Nes speelde, in tegenstelling tot zijn wedstrijden in november, veel korte shifts. Onze landgenoot speelde eerder in het seizoen minder, maar veelal lange shifts.
Tekst gaat door onder de foto

Tigers en Bobcats gelijkwaardig in 2e en 3e periode
In het middenstuk nam Princeton het heft in handen en de bijna 2200 toeschouwers zagen een veel aanvallender thuisteam dan voor de dweilpauze. Jeremy Germain scoorde de 1-2 voor de Tigers. Alhoewel hij uit Hamden, Connecticut komt en zijn opa, Jim Armstrong, veertien jaar hoofdcoach was van Quinnipiac, speelt Germain dus voor Princeton Tigers. Een paar seconden voor het fluitsignaal voor de tweede dweilpauze ging de puck over de doellijn van Princeton. Letterlijk over de doellijn. Van de ene paal naar de andere en weer terug voordat hij werd weggewerkt. Wel of geen goal, dat was nog even afwachten terwijl de spelers van Princeton de kleedkamer hadden opgezocht. Uiteindelijk kwam de scheidsrechter na het bestuderen van de beelden terug het ijs op met “No goal”. Een 1-2 tussenstand dus aan het begin van de derde periode.
Tekst gaat door onder de foto

In de laatste periode waren beide teams gelijkwaardig aan elkaar. De wedstrijd werd uiteindelijk beslist toen één van de Tigers na een ongelukkige overtreding op Desi Burgart, die hij nog leek te willen ontwijken, voor 5+10 naar de strafbank moest met nog vier minuten op de klok. De powerplay goal kwam op naam van Wyatt Bongiovanni die de 1-3 in de netten werkte. Burgart, de lijngenoot van Van Nes moest met een knieblessure van het ijs worden geholpen.
Tekst gaat door onder de video
Quinnipiac – Princeton 4-3
Burgart zagen we in de tweede wedstrijd op zondag niet op ijs. Ook Van Nes ontbrak in de selectie. Waar in de wedstrijd op zaterdag Bobcats en Tigers aan elkaar gewaagd waren, was er in de laatste wedstrijd van het jaar een overwicht voor de thuisploeg. Met name in de derde periode. Quinnipiac moest ook wel want het keek tegen een 2-3 achterstand aan.
Op het moment dat de Zamboni’s klaar stonden om in de eerste pauze het ijs op te gaan scoorde Princeton de 0-1. In de tweede periode werd de voorsprong al snel uitgebreid naar 0-2. Twee goals van Zach Metsa zorgden ervoor dat de 2885 toeschouwers een 2-2 ruststand zagen op het scorebord.
Tekst gaat door onder de video
In de laatste periode kwam Princeton echter al weer snel op voorsprong, 2-3. Met nog dertien minuten te gaan kwam een slecht weggewerkte puck door de Tigers voor de stick van Peter DiLiberatore, die de 3-3 binnen kon schieten. De verdiende overwinning voor de Bobcats kwam er pas met nog 1 minuut 26 te spelen toen, op het randje van offside, de aanval kon doorgaan en Wyatt Bongiovanni met zijn schot de puck hard in het net schoot, 4-3. De eerste voorsprong van de thuisploeg deze wedstrijd, maar wel degene die tot het einde standhield.
Concordia Stingers met Bieke van Nes leidden de rankings in Canada
In het laatste weekend van 2019 speelde Bieke van Nes (10 wedstrijden – 1G, 2A) met haar Concordia Stingers het Theresa Humes Women’s Hockey Tournament. Een toernooi met top-teams. Zo deden er dit jaar, in de 52e editie, UPEI Panthers (5e in de rankings), McGill Martlets (6e in de rankings) en het Amerikaanse NCAA Division 1 team van Long Island University Sharks mee.
De Stingers die een prima seizoen draaien en eerste in de rankings staan waren favoriet en maakten die rol met drie overwinningen meer dan waar. Concordia Univeristy heeft nu een record van 12-0-1 (W-L-T) en blijft daarmee het beste team in de U-Conn.
Tekst gaat door onder de foto

Rankings voor Quinnipiac
De twee overwinningen tegen Princeton hebben er niet voor gezorgd dat Quinnipiac (9-7-1) is teruggekeerd in de top van de rankings. In de USCHO-ranking kreeg de ploeg wel punten maar niet genoeg om zijn rentree te maken in de top-20. Vrijdag speelt Quinnipiac tegen Harvard (16e in de ranking). Zaterdag is Dartmouth de tegenstander. Beide wedstrijden worden in de eigen Frank Perrotti jr. Arena gespeeld.
USCHO Division I Men’s Poll – 30 december 2019
Rnk | Team | Record | Points | Last Poll |
1 | North Dakota | 14-1-2 | 992 | 1 |
2 | Cornell | 10-1-0 | 939 | 3 |
3 | Minnesota State | 16-3-1 | 897 | 2 |
4 | Clarkson | 12-3-2 | 806 | 4 |
5 | Boston College | 11-4-0 | 798 | 5 |
6 | Ohio State | 12-4-0 | 719 | 6 |
7 | Denver | 11-4-3 | 715 | 6 |
8 | Penn State | 13-6-0 | 641 | 8 |
9 | Massachusetts | 13-4-1 | 623 | 9 |
10 | Minnesota Duluth | 10-6-1 | 548 | 10 |
11 | Bowling Green | 12-6-1 | 469 | 11 |
12 | Northeastern | 11-5-2 | 420 | 12 |
13 | UMass Lowell | 10-4-4 | 400 | 14 |
14 | Providence | 10-5-4 | 376 | 13 |
15 | Notre Dame | 9-7-2 | 315 | 15 |
16 | Harvard | 7-4-1 | 256 | 17 |
17 | Arizona State | 10-7-3 | 169 | 16 |
18 | Michigan State | 9-8-1 | 157 | 18 |
19 | Western Michigan | 7-7-2 | 86 | 19 |
20 | Army | 13-5-1 | 55 | NR |
Ploegen die de top-20 niet haalden maar wel punten ontvingen: Sacred Heart 43, Michigan Tech 27, Northern Michigan 26, Alaska 7, Quinnipiac 6, RIT 3, Boston University 3, Dartmouth 2, Omaha 2